11.3 De hoofdwerkbalk aanpassen

U kunt alle werkbalken aanpassen door knoppen toe te voegen en te verwijderen, de volgorde van de knoppen te wijzigen en scheidingstekens tussen de knoppen te plaatsen.

  1. Klik met de rechtermuisknop in de werkbalk en klik op Werkbalk aanpassen als u de hoofdwerkbalk wilt aanpassen wanneer de werkbalk niet wordt weergegeven.

  2. Klik op het tabblad Weergave.

  3. Klik op de gewenste optie voor het weergeven van de werkbalk.

    U kunt instellen of knoppen worden weergegeven als afbeeldingen, als afbeeldingen met tekst eronder of als afbeeldingen met tekst aan de rechterkant.

  4. Selecteer de optie voor één rij knoppen of de optie voor meerdere rijen knoppen.

  5. Als u de vervolgkeuzelijst met weergave-instellingen wilt weergeven of verwijderen, schakelt u het selectievakje Keuzelijst met weergave-instellingen weergeven in of uit.

  6. Als u de knoppen wilt weergeven die het handigst zijn voor het geselecteerde item, selecteert u werkbalk Itemcontext weergeven.

  7. Als u de knoppen wilt weergeven die het handigst zijn voor de geselecteerde map, selecteert u werkbalk Mapcontext weergeven.

  8. Klik op het tabblad Aanpassen.

  9. Als u een knop wilt toevoegen, klikt u eerst op een categorie in de keuzelijst Categorieën, vervolgens op een knop in het vak Knoppen en tot slot op Knop toevoegen.

    Categorieën zijn menutitels in het hoofdvenster. De knoppen in de lijst Knoppen zijn de equivalenten van de opties in de menu's. Met bijvoorbeeld de knoppen voor de categorie Bestand kunt u hetzelfde doen als met de opties in het menu Bestand (openen van weergaven, afdrukken, opslaan, enzovoort).

  10. U verwijdert een knop door deze van de werkbalk te slepen.

  11. U wijzigt de knopvolgorde op een werkbalk door de knoppen naar een andere positie te slepen.

  12. U vergroot de ruimte tussen de knoppen door de knoppen uit elkaar te slepen.

    of

    U verkleint de ruimte tussen de knoppen door de knoppen naar elkaar toe te slepen.

  13. Klik op OK.

OPMERKING:U kunt bepaalde handelingen, zoals knoppen wegslepen uit de werkbalk en de volgorde van de knoppen in de werkbalk wijzigen, alleen uitvoeren als het dialoogvenster Werkbalk aanpassen is geopend.