19.2 Bijlagen lezen

Met GroupWise kunt u bijlagen bij items verzenden en ontvangen. Als u een bijlage bij een item ontvangt, wordt de lijst met bijlagen weergegeven in het bijlagevenster of rechts van het onderwerp.

19.2.1 Bijgevoegde bestanden weergeven

Wanneer u op een bijgevoegd bestand klikt, wordt de bijlage weergegeven in het berichtvenster van QuickViewer. Een bijlage wordt doorgaans sneller weergegeven dan geopend, maar het kan zijn dat de bijlage daarbij niet altijd de juiste opmaak heeft. Als het type bijlage niet wordt ondersteund, wordt er een foutbericht weergegeven.

  1. Open het item dat de bijlage bevat.

  2. Klik op de bijlage.

    of

    Klik met de rechtermuisknop op de bijlage en vervolgens op Bijlage weergeven of In nieuw venster weergeven.

    of

    Als u geen pictogram ziet dat de bijlage in uw weergave voorstelt, klikt u op Bestand > Bijlagen > Weergeven.

Als u een bericht ontvangt met de melding 'De bijlage kan alleen worden bekeken in een externe toepassing', moet u het bestand openen. Zie Bijgevoegde bestanden openen voor informatie over het openen van een bijlage.

19.2.2 Bijgevoegde bestanden openen

U kunt een bijgevoegd bestand openen door hierop te dubbelklikken. GroupWise bepaalt vervolgens de juiste toepassing waarin het bestand kan worden geopend. U kunt de voorgestelde toepassing accepteren, maar u kunt ook een pad naar en de bestandsnaam van een andere toepassing invoeren.

  1. Open het item dat de bijlage bevat.

  2. Dubbelklik op de bijlage.

    of

    Klik met de rechtermuisknop op de bijlage en klik op Openen of Openen met.

    of

    Als u geen pictogram ziet dat de bijlage in uw weergave voorstelt, klikt u op Bestand > Bijlagen > Openen.

Standaard wordt u gewaarschuwd zodra een bijlage groter is dan 1000 kilobyte (1 megabyte).

Het waarschuwingsbericht uitschakelen:

  1. Klik op Extra > Opties.

  2. Dubbelklik op Omgeving en klik op het tabblad Standaardacties.

  3. Schakel Waarschuw indien groter dan uit.

    U kunt ook aanpassen bij welke grootte van de bijlage het waarschuwingsbericht wordt weergegeven.

  4. Klik op OK.

De standaardlocatie van geopende bijlagen wijzigen

U kunt de standaardlocatie wijzigen waar geopende bijlagen worden opgeslagen:

  1. Klik op Extra > Opties.

  2. Dubbelklik op Omgeving en klik op het tabblad Bestandslocatie.

  3. Geef in het veld Geopende bijlagen de nieuwe locatie op of blader naar de gewenste locatie.

19.2.3 Bijgevoegde bestanden opslaan

U kunt als volgt een bestand opslaan dat is bijgevoegd aan een e-mailbericht:

  1. Dubbelklik op het e-mailbericht om dit te openen.

  2. Klik met de rechtermuisknop op de bijlage die u wilt opslaan en klik op Opslaan als.

  3. Ga naar de locatie waar u het bestand wilt opslaan, wijzig eventueel de bestandsnaam en klik op Opslaan.

U kunt als volgt de standaardlocatie voor opslag van bijlagen wijzigen:

  1. Klik vanuit het postvak op Extra > Opties.

  2. Dubbelklik op Omgeving en klik op het tabblad Bestandslocatie.

  3. Geef onder Opslaan/Uitchecken/Geopende bijlagen de gewenste locatie op en klik op OK.

19.2.4 Bijlagen verslepen

Als u een item ontvangt, kunt u de eventuele bijlagen naar een map of naar uw bureaublad slepen. Een bijgesloten documentverwijzing die u sleept en neerzet, wordt een snelkoppeling naar een documentverwijzing of naar een kopie van het document, afhankelijk van uw rechten voor het document en de beschikbaarheid van de bibliotheek.

19.2.5 Bijlagen bewerken

Wanneer u een bijlage ontvangt die bewerkbaar is, kunt u wijzigingen in de bijlage aanbrengen en deze als kopie opslaan in het oorspronkelijke e-mailbericht.

  1. Open een item waarvan u de bijlage wilt bewerken en opnieuw wilt verzenden.

  2. Klik met de rechtermuisknop op de bijlage en klik op Openen.

    of

    Klik met de rechtermuisknop op de bijlage en vervolgens op Openen met, selecteer het gewenste programma en klik op OK als wilt selecteren met welk programma u de bijlage wilt bewerken.

  3. Breng de gewenste wijzigingen aan in de bijlage, sla deze op en sluit de bijlage.

19.2.6 Doorsturen en beantwoorden met bewerkte bijlagen

Als u een e-mailbericht met een bijlage ontvangt, kunt u de bijlage bewerken en vervolgens het e-mailbericht doorsturen of beantwoorden. De bewerkte bijlage wordt samen met de oorspronkelijke bijlage toegevoegd aan het e-mailbericht. De oorspronkelijke bijlage blijft ongewijzigd. De bijgewerkte bijlage kan meerdere keren worden bewerkt, maar alleen de meest recente versie wordt opgeslagen.

  1. Open een item waarvan u de bijlage wilt bewerken en opnieuw verzenden.

  2. Klik met de rechtermuisknop op de bijlage en klik op Openen.

    of

    Klik met de rechtermuisknop op de bijlage en vervolgens op Openen met, selecteer het gewenste programma en klik op OK als wilt selecteren met welk programma u de bijlage wilt bewerken.

  3. Breng de gewenste wijzigingen aan in de bijlage, sla deze op en sluit de bijlage.

    In het e-mailbericht wordt een gewijzigde versie van de oorspronkelijke bijlage opgenomen.

  4. Klik op Antwoord, Alleen beantwoorden of Doorsturen om de bijlage opnieuw te verzenden.

  5. Klik desgevraagd op Ja om het gewijzigde document bij het nieuwe bericht te voegen.

  6. Voltooi het e-mailbericht en klik op Verzenden.

19.2.7 Een bijgevoegde vCard weergeven

vCards zijn elektronische visitekaartjes die zijn opgemaakt overeenkomstig de standaard zoals opgesteld door het Internet Mail Consortium.

Een vCard bekijken die aan een item is toegevoegd:

  1. Klik met de rechtermuisknop op de vCard.

  2. Klik op Bijlage weergave.

Zie Contactpersonen vanaf een vCard importeren voor informatie over het importeren van vCard-gegevens in een adresboek.